Tijdens onze trainingen krijgen we de vraag om zo praktisch mogelijk te focussen op alle do´s & don´ts rond gasdetectie, toestellen en sensoren. Omdat deze tips echt essentieel zijn voor een goede meting en voor jouw eigen veiligheid hebben we het in dit blog over dé 21 tips die jij zeker moet weten als je met gasdetectie toestellen aan de slag gaat.
1. Welke sensoren gebruik je en hoe werken ze? Ben je niet op de hoogte van de do´s & don´ts van elke sensor? Lees dan zeker verder!
2. Maak een meetfiche of snelstartkaart van jouw gasdetectietoestel met alle belangrijke aandachtspunten. Lees hier hoe een meetfiche jou kan helpen.
3. Label jouw gasdetectietoestellen! Niet iedereen is op de hoogte van welke sensoren er zitten in welk toestel. Maak het jezelf gemakkelijk door te stickeren zodat jij weet (zonder jouw toestel te moeten opzetten) welke sensor je hebt in welk toestel.
4. Gebruik altijd een filter op gepompte toestellen om schade aan gasdetectie toestellen te vermijden! Filters beschermen jouw toestel tegen stof/vuil en occasioneel vocht.
5. Ken jij het verschil tussen een LEL katalytisch en een LEL infrarood? En ken jij de beperkingen van beide sensoren? Wist je dan één van beide sensoren absoluut zuurstof nodig heeft voor een betrouwbaar meetresultaat? En wist je dat een infrarood LEL-sensor blind is voor bepaalde gassen? Klik hier voor meer info.
6. Check de houdbaarheid van meetbuisjes vóór elk gebruik! Wist je dat de meeste meetbuisjes jaarlijks weggesmeten worden zonder dat ze ooit gebruikt werden?
7. Check de houdbaarheid van jouw kalibratiegassen zeker 1x per maand! Is jouw kalibratiegas vervallen? Neem dan een nieuwe fles! De concentratie van reactieve gassen (bv: H2S) kan fel afnemen als de fles vervallen is.
8. Gebruik het juiste materiaal van slangen en probes! Wist je dat het foute materiaal gassen kan absorberen zodat sensoren tijdens de meting niet reageren? Gebruik je dezelfde slang in de zomer dan kunnen gassen door de warmte opnieuw vrijkomen en een (foute) reactie geven!
9. Valse alarmen bestaan NIET! Soms gaat een CO-sensor in alarm, niet door aanwezigheid van koolmonoxide maar door aanwezigheid van een kruisgevoelig gas. Al ooit gehoord van kruisgevoeligheden? Lees er hier alles over!
10. Gebruik jij jouw toestellen voor de juiste applicatie? Een gasdetectie toestel ter persoonlijke bescherming, een vrijgave meting, detectie van 1 bepaald gas, een toxisch of brandbaar gaslek opsporen? Welk toestel gebruik jij? Lees hier meer.
11. Zet jouw toestel altijd op in zuivere lucht! Sommige toestellen doen een automatische zuivere lucht kalibratie bij opstart. Weet jij wat er gebeurt als je een gasdetectie toestel NIET opzet in zuivere lucht? Dan maak je een fout en zijn jouw volgende metingen fout!
12. Check de pomp van jouw gepompte toestel door de inlaat te blokkeren voor je gaat meten! Geen pompalarm? Neem een ander toestel!
13. Gebruik je slangen of probes? Ook deze kunnen lek zijn! Check deze accessoires door de inlaat te blokkeren zodat de pomp van het toestel in alarm gaat.
14. Meten in een besloten ruimte? Gebruik een slang met vlotter, die blijft drijven op vloeistof. Doe ook zeker een meting op 3 niveaus!
15. Gebruik je een PID-sensor? Ben je op de hoogte van het verschil in lampen? Welke lamp heb jij en weet je wat jouw toestel detecteert en vooral NIET detecteert? Lees hier alles over PID.
16. Wacht lang genoeg voor een betrouwbaar meetresultaat? Wist je dat sommige sensoren veel trager zijn dan andere? Een ammoniaksensor is veel trager dan een PID-sensor. Reageert een sensor niet direct hou dan altijd rekening met een mogelijke vertraging! En wacht dus zeker lang genoeg!
17. Naast de responstijden van de sensoren moet je een extra meettijd in acht nemen als je met slangen en/of probes meet. Wacht zeker 4sec/meter extra, bovenop de standaard responstijd van jouw sensoren!
18. Bump jouw toestellen! Hoe zeker ben jij dat jouw sensoren werken? Heb jij referentiegas voor een snelle bumptest? Lees hier waarom bumpen van levensbelang is.
19. Onderhoud (kalibreer) jij jouw toestellen zesmaandelijks? En kan jij het verschil tussen bumpen en kalibreren? Lees hier wat jij zelf kan doen als onderhoud.
20. Het is niet omdat je iets ruikt dat jouw toestel het ook ruikt (of detecteert). Maar ook andersom is waar. Het is niet omdat jij het NIET ruikt dat jouw toestel het niet ruikt. Als het display van jouw gasdetectie toestel dus 0% LEL of 0 ppm of 20,9 vol% O2 zegt, is er niet persé niets. Gebruik je de juiste sensor?
21. Twijfel je over een meting of meetresultaat? Niet iedereen moet expert of gasanalist zijn om met gasdetectie toestellen te werken. Twijfel je? Vraag dan altijd advies en blijf zeker niet doorwerken als je denkt dat er “iets” is.
Nog een gouden tip, onthouden uit de les:
1. Zet nooit je meter af na bepaalde (piek) waarden te hebben gemeten. Keer terug en laat hem in verse lucht naar de normale waarden terugkeren.
Ik geef in mijn lessen meten ook volgende tip mee na uitleg Bumpen / kalibratie:
1. Voor je, jouw dienst start, doe een goede verse lucht kalibratie.