In ons vorig blog hadden we het over gassen meten in (zee)containers. Wil je weten welke gassen er kunnen vrijkomen en hoe je ze het beste kan detecteren? Lees het dan nu! Klik hier.
In het artikel van deze week hebben we het over de juiste keuze van de PID-lamp. Neem jij een 9,8eV, 10,6 of 11,7eV lamp voor detectie van “jouw” gas?
We hebben 2 cases uitgewerkt. Heb je ethyleen en vinylacetaat aanwezig? Dan kan je gebruik maken van 2 verschillende PID-lampen.
De tweede case gaat over aanwezigheid van VOC´s (vluchtige organische componenten) en benzeen. Wil je enkel benzeen detecteren? Dan kan je daarvoor een “specifiekere” PID-lamp gebruiken.
Bezin voor je begint!
Wat we regelmatig zien of horen in onze trainingen is, dat er gemeten (of gedetecteerd) wordt zonder eerst stil te staan bij het feit of de gasdetector (of sensor) het gas wel kan detecteren.
Iedereen gebruikt de dag van vandaag een PID-sensor. Maar weet jij wat de sensor kan en vooral wat hij NIET kan?
Er zijn 3 PID-lampen beschikbaar met een verschillende energiesterkte. Heb jij de 9,8 – 10,6 of 11,7eV lamp in gebruik?
Of als je nog geen PID-sensor hebt, welke zou interessant kunnen zijn voor jou?
Om de juiste keuze te kunnen maken moet je weten welke gassen er aanwezig zijn. Maak een lijstje en zoek de Ionisatiepotentiaal of – energie (IE) op in deze lijst.
Let wel: dit is Technical Note 106 met ionisatiepotentialen en correctiefactoren voor de PID-sensor en lamp in de MiniRAE 3000. Heb jij een andere fabrikant of een ander toestel in gebruik? Vraag dan de juiste lijst! Je kan zoeken op gas, CASnummer of brutoformule. In de voorlaatste kolom vind je de IE-waarde in electronVolt.
Als de IE-waarde kleiner is dan de lamp, dan kan het gas gedetecteerd worden. Heb je bijvoorbeeld een IE-waarde van 10,16eV dan kan je het gas NIET detecteren met een 9,8eV lamp, maar wel met de 10,6eV of 11,7eV lamp.
De standaard lamp is de 10,6eV lamp. Deze detecteert ca. 85% van alle VOC´s en gassen die bestaan. Daarom wordt deze standaard gebruikt.
Heb je een IE-waarde boven de 10,6eV en onder de 11,7eV dan moet je een 11,7eV lamp nemen. Let wel: deze detecteert NIET alle gassen! Er zullen nog altijd gassen zijn die niet gedetecteerd worden.
Check ook zeker de gevoeligheid van de PID voor het desbetreffende gas aan de hand van de correctiefactor. Hoe hoger de correctiefactor, hoe minder gevoelig voor het te detecteren gas. Heb je een factor van > 10, dan wordt geadviseerd de factor NIET meer toe te passen.
Heb je maar 1 gas aanwezig dan kan je de indicatief bepaalde (en gemiddelde) correctiefactor toepassen om een “juistere” uitlezing te krijgen. Let wel: een correctiefactor toepassen, maakt jouw PID-sensor NIET specifiek voor het gas.
CASE: ethyleen vs vinylacetaat
In dit voorbeeld werken we uit welke lamp je het beste neemt bij aanwezigheid van ethyleen en vinylacetaat.
Ethyleen heeft een IP-waarde van 10,51. Dit gas kan gedetecteerd worden door de 10,6eV lamp maar niet door de 9,8eV lamp.
Vinylacetaat heeft een IP-waarde van 9,19. Dit gas kan gedetecteerd worden door de 9,8 en 10,6eV lamp.
Door combinatie van beide lampen: 9,8 en 10,6 kan je beide gassen “apart” detecteren. Gebruik je een 9,8eV lamp en krijg je een uitlezing van 0 ppm, dan is er geen vinylacetaat aanwezig. Geeft de 10,6eV lamp op dat moment wel een reactie, dan is er ethyleen aanwezig. De correctiefactor voor de 10,6eV lamp voor ethyleen is 9. Je kan de uitlezing vermenigvuldigen met 9. De werkelijke waarde is dan uitlezing x 9.
Wil je meer weten over de juiste werking van een PID-sensor? Lees dan zeker dit artikel.
Gebruik je een 10,6eV lamp en geeft de PID een uitlezing, dan kan er ethyleen of vinylacetaat aanwezig zijn. Gebruik je vervolgens een 9,8eV lamp en geeft deze GEEN uitlezing. Dan is er geen vinylacetaat aanwezig maar enkel ethyleen.
Reageert de 9,8eV lamp ook, dan kan er een combinatie van ethyleen en vinylacetaat aanwezig zijn. De correctiefactor van vinylacetaat (VA) voor de 9,8eV lamp is 1,5. De uitlezing op de 9,8eV lamp kan je dan vermenigvuldigen met 1,5. Op die manier weet je hoeveel VA er aanwezig is. Reageert de 10,6eV lamp ook dan kan er naast VA ook nog ethyleen aanwezig zijn.
Let wel: de correctiefactor voor VA op een 10,6eV lamp is 1,2. De correctiefactor voor ethyleen is 9. Wil je uitgaan van de worst case, dan neem je best de hoogste correctiefactor. Is de uitlezing van de 10,6eV lamp meer dan de werkelijk (berekende) waarde op de 9,8eV lamp dan weet je dat er ook ethyleen aanwezig zal zijn.
| Gas | IP-waarde (eV) | CF (9,8eV) | CF (10,6eV) |
| Ethyleen | 10,51 | nvt | 9 |
| Vinylacetaat | 9,19 | 1,5 | 1,2 |
Lees hier meer over het wel of niet instellen van correctiefactoren op de PID-sensor.
CASE: VOC´s vs benzeen
Een PID sensor wordt standaard aangekocht voor detectie van VOC´s of vluchtige organische componenten. Als je niet exact weet over welk VOC het gaat, neem je de standaard 10,6eV lamp. Wil je bepaalde VOC´s “uitfilteren” of niet mee detecteren dan kan je kiezen voor de “specifiekere” 9,8eV lamp. De 9,8eV lamp detecteert enkel gassen met een IP-waarde onder de 9,8. Alle gassen hoger dan 9,8, worden dus niet mee gedetecteerd.
Eén van de belangrijkste gassen waarvoor de 9,8eV lamp wordt genomen, is detectie van benzeen. Benzeen heeft een IP-waarde van 9,25. Geeft de 9,8eV lamp een uitlezing van 0 ppm dan is er geen benzeen aanwezig. Krijg je wel een uitlezing dan kan je deze vermenigvuldigen met de indicatief bepaalde correctiefactor namelijk 0,55. Op deze manier krijg je de werkelijke waarde.
Heb je enkel benzeen aanwezig (en geen ander gas) dan kan je uiteraard ook gebruik maken van de standaard 10,6eV lamp. De correctiefactor hiervoor is 0,47.
| Gas | IP-waarde (eV) | CF (9,8eV) | CF (10,6eV) |
| Benzeen | 9,25 | 0,55 | 0,47 |
Wil jij een PID-sensor en/of PID-lamp testen? Neem contact met ons op voor een gratis demotoestel!
