Stappenplan voor gebruik van een gepompt gasdetectie toestel!

In ons vorig blog hadden we het over het verschil tussen een diffuus en een gepompt gasdetectie toestel. En hoe ze regelmatig verkeerd gebruikt worden. Heb je dit artikel gemist? Lees het dan nu! Klik hier.

In het artikel van deze week,  een stappenplan van wat je moet doen vóór je met een gasdetectie toestel het veld in gaat.

 

STAP 1: Filter checken!

Een gepompt gasdetectie toestel kan gas aanzuigen met behulp van verlengslang over soms wel 20 tot 40 meter afstand. We vergelijken een gepompt gasdetectie toestel vaak met een stofzuiger. Naast gassen wordt ook stof en vuil mee aangezogen.

Zonder gebruik van een extern filter trek je het vuil in het toestel, met alle gevolgen van dien.

Gebruik een filter dat beschermt tegen stof/vuil maar dat ook occasioneel vocht tegenhoudt. Zuig je per ongeluk vocht binnen, vervang het filter dan direct!

Check ook of het filter zuiver is. Bij een kleurverschil is vervangen de boodschap! Gebruik een wit referentiefilter en hou het naast het gebruikte filter. Niet meer wit of vuil? Vervangen!

Meer over meten en detecteren van gassen in besloten ruimtes lees je hier.

 

STAP 2: Opzetten in zuivere lucht!

Zet het toestel altijd op in een zuivere lucht omgeving. Sommige gasdetectie toestellen doen een automatische zuivere lucht kalibratie bij opstart.

Andere gasdetectie toestellen stellen jou de vraag waarop jij kan bevestigen of annuleren. Ben je niet zeker van zuivere lucht, annuleer de vraag.

Wel is een zuivere lucht kalibratie aangewezen. Opzetten van jouw gasdetectie toestel in een zuivere omgeving is een must.

Meer weten over het belang van een zuivere lucht kalibratie? Dat lees je hier.

 

STAP 3: Pomptest uitvoeren!

Na het uitvoeren van een zuivere lucht kalibratie kan jouw toestel de vraag stellen om de inlaat te blokkeren (“Block Inlet?”). Je moet de inlaat van het toestel (aan de filter) afsluiten om de pomp te testen. Zuigt de pomp niet voldoende aan (door bijvoorbeeld een lek of vuil in het toestel) dan zal het toestel in foutalarm gaan en kan het niet gebruikt worden.

Niet alle gasdetectie toestellen stellen jou deze vraag. Toch is het noodzakelijk om de pomp te testen. Dit om zeker te zijn dat de pomp vacuüm trekt. Het “horen” lopen van de pomp of motor geeft geen zekerheid over een goede werking.

Bij een gepompt gasdetectie toestel moet je de inlaat blokkeren voor je een meting uitvoert. Geen pomp alarm = niet werken met het toestel!

 

STAP 4: Bumptest uitvoeren!

Last but not least. Hoe weet je of de sensoren goed werken? Meestal wordt er een meting uitgevoerd zonder bewust te zijn van het feit dat sensoren defect kunnen zijn of een afwijking kunnen vertonen.

Heb je een toestel met 4 standaard sensoren zoals een zuurstofsensor (O2), LEL voor brandbare gassen, koolmonoxide (CO) en waterstofsulfide (H2S)?

Dan is een mix gasfles met 18% zuurstof, 50% LEL methaan, 50 ppm koolmonoxide en 10 ppm waterstofsulfide ideaal om de werking van de sensoren te testen.

Biedt gedurende 30 seconden gas aan. Reageren er sensoren niet of gaan ze niet naar de concentratie in de kalibratiefles? Dan mag je het toestel niet gebruiken. Zit er een, voor jou, te grote afwijking op de sensoren? Laat het toestel dan opnieuw kalibreren door een gecertificeerde afdeling of technieker.

 

In het blog van volgende keer hebben we het over het manueel bumpen (met video) van een gasdetectie toestel. Mis het blog niet en schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief!

Schrijf een reactie

Uw emailadres zal niet mee gepubliceerd worden.

Gasdetectie van A tot SAFE®

3 hoofdstukken van het boek nu GRATIS in jouw mailbox!