Verschillend kalibratiegas? Andere uitlezing!

Tijdens onze trainingen zien we dat 90% van alle toestellen gekalibreerd zijn met methaan. Soms zie je op de achterkant een sticker (KAL=CH4). Dit toestel is gekalibreerd met methaan. CH4 is namelijk de bruto formule voor methaan.

  • Maar wat betekent KAL=C3H8 of C5H12?!
  • Welke sensor wordt gekalibreerd met CH4, C3H8 of C5H12?
  • En wat zijn de gevolgen voor de uitlezing van jouw gasdetectietoestel als het kalibratiegas verandert?


Kalibratiegassen: de mogelijkheden

De Katalytische LEL-sensor wordt meestal gekalibreerd met methaan (CH4), propaan (C3H8) of pentaan (C5H12). Hoe meer C-atomen in de bruto formule, hoe zwaarder of groter het koolwaterstof. Door te kalibreren met propaan of pentaan maak je de LEL-sensor gevoeliger voor koolwaterstoffen. Maar wanneer is dit aan te raden en wanneer beter niet?

Op een raffinaderij zijn er o.a. benzine en diesel aanwezig. Deze bestaan uit zwaardere koolwaterstoffen. Kalibratie met pentaan is hier een goede keuze. De LEL-sensor wordt namelijk gevoeliger ingesteld en zal sneller in alarm gaan. Maar wist je dat de Katalytische LEL-sensor mogelijk minder gevoelig wordt voor detectie van methaan?! De LEL-sensor kan zelfs volledig blind worden voor methaan! 

Wil je zeker zijn dat de Katalytische LEL-sensor nog reageert op methaan (vb: detectie in omgeving met een aardgasleiding -> aardgas bestaat uit ca. 70-75% methaan), dan MOET je bumpen of checken met methaan als referentiegas. Lees hier meer over bumpen voor jouw eigen veiligheid!


Hoe interpreteer ik de uitlezing?

Kalibreer jij de Katalytische LEL-sensor met methaan dan zal de sensor minder gevoelig zijn voor zwaardere koolwaterstoffen. Daarom het concept: correctiefactoren! Fabrikanten van gasdetectie toestellen checken, bij verschillende kalibratiegassen, de gevoeligheid van het aanwezig gas (= meetgas). In dit artikel kon je al meer lezen over correctiefactoren.

Hoe hoger de correctiefactor voor een bepaald gas, hoe minder gevoelig de sensor zal reageren op dat gas en hoe lager de uitlezing op jouw gasdetectie toestel. Maar hoe interpreteer je de uitlezing als je NIET weet welk gas er aanwezig is?!

De meeste LEL-sensoren staan ingesteld op een laag alarm van 10% LEL. Wanneer bereik je het explosiegebied? Bij 100% LEL, toch?! Heb je dan nog 90% marge bij een alarm van 10% LEL?!

Wel als het kalibratiegas en het meetgas hetzelfde zijn! Dan is de correctiefactor 1 en kan je besluiten dat het alarm van 10% LEL ook 10% LEL is.

Maar wat doe je als je na een training tot de conclusie komt dat jouw aanwezig gas (of meetgas) een correctiefactor heeft van 6? Dan is de 10% LEL in werkelijkheid 60% LEL en zit je veel dichter bij het explosiegebied dan aanvankelijk gedacht!

Uitlezing x Correctiefactor = Werkelijke waarde
10% LEL x 6 = 60% LEL

 

Als we in trainingen zien dat LEL-sensoren pas in alarm gaan op 40% LEL dan trekken we aan de bel! De LEL-sensor zou veel vroeger moeten alarmeren. Iedereen met een lijst correctiefactoren op pad sturen is onbegonnen werk maar wel moet er vooraf worden nagedacht over het juiste kalibratiegas.

  • Ben jij op de hoogte van de gassen die bij jou on site aanwezig kunnen zijn?
  • Ben jij op de hoogte van correctiefactoren?
  • Weet jij hoe gevoelig jouw LEL-sensor reageert op de verschillende gassen aanwezig?
  • En weet jij wanneer jouw LEL-sensor in alarm gaat?


Correctiefactoren instellen of alarmen aanpassen?

Kennis van correctiefactoren is 1 ding. Je kan ze in jouw toestel laten programmeren als het toestel voorzien is van een bibliotheek met correctiefactoren. Het toestel vermenigvuldigt dan zelf en de uitlezing is de omgerekende waarde. Let wel: correctiefactoren inprogrammeren maken de LEL-sensor NIET specifiek voor dat bepaald gas!

Een tweede optie is het LEL-alarm naar beneden trekken (of halveren) als je erachter komt dat de correctiefactor 2 blijkt te zijn. Gaat jouw LEL-sensor in alarm op 10% LEL en blijkt de factor 2 te zijn dan is er in werkelijkheid 20% LEL aanwezig. Je kan jouw alarm ook instellen op 5% LEL wat overeenkomt met de 10% LEL van vroeger. De mensen in het veld gaan sneller een alarm krijgen en moeten geen berekeningen of omrekeningen doen.

Let er vooral op dat al jouw toestellen hetzelfde zijn ingesteld. Soms heb je verschillende types van verschillende fabrikanten in gebruik. Tijdens trainingen komen we er vaak achter dat LEL-sensoren gekalibreerd zijn met een ander gas. Fabrikant A met methaan en fabrikant B met propaan. Het toestel van fabrikant A gaat later in alarm dan dat van fabrikant B. Wil je foute interpretaties vermijden dan kies je beter hetzelfde kalibratiegas voor alle toestellen!

Reacties

  1. Tom Bruyndonckx schreef:

    Onze LEL-meters (Draeger MWII en X-AM-7000, -2500 en -2000) met cat-ex sensor worden gecalibreerd met pentaan omdat dit beter aansluit (kleinere foutmarge) bij de producten die we moeten meten (veelal solventen, bvb aceton, MEK, methanol..)
    Wij doen elke 2 weken een bumpcheck met pentaan en 17% O2. Misschien zouden we dit beter met methaan doen om eventuele vervuiling van de cat-ex sensor af te checken…

  2. Ine schreef:

    Dank je wel voor jouw reactie, Tom.
    Om zeker te zijn dat de LEL-sensor reageert op methaan raden we aan om te checken met methaan. Pentaan mag uiteraard ook en is ideaal om de afwijking vast te stellen. Maar advies is om daarnaast ook zeker te bumpchecken met methaan.

Schrijf een reactie

Uw emailadres zal niet mee gepubliceerd worden.

Gasdetectie van A tot SAFE®

3 hoofdstukken van het boek nu GRATIS in jouw mailbox!