De houdbaarheid van kalibratiegas: écht essentieel?!

In ons vorig blog hadden we het over het instellen en gebruik van correctiefactoren op een PID sensor. Wist je dat de PID-sensor niet specifiek is voor één bepaald gas? Een correctiefactor instellen maakt de PID niet specifiek. Heb je dit artikel gemist? Lees het dan nu! Klik hier.

In het artikel van deze week lees je meer over kalibratiegassen en het belang van de houdbaarheid van het gas bij het bumpen en kalibreren.

Bump of kalibreer jij zelf gasdetectietoestellen? Dan is kalibratiegas een essentieel onderdeel. Bij een kalibratie worden sensoren juist afgesteld. Sensoren worden blootgesteld aan een voorgeprogrammeerde en vaste concentratie ijkgas uit een kalibratiefles.

Bumpen en kalibreren: hét verschil!

Bij het bumpen worden sensoren (snel) getest om te kijken of ze nog reageren op een vaste concentratie ijkgas uit de kalibratiefles. Is er een afwijking dan wordt geadviseerd om sensoren opnieuw te kalibreren. Meestal wordt een standaard afwijking van 10 (of 20%) gehanteerd. Soms zien we dat bij een “snelle” bumptest enkel wordt gekeken of het toestel het laag ingestelde alarm bereikt.

Bumpen van een gasdetectie toestel heeft als doel defecte sensoren op te sporen zodat er niet met een defect (of afwijkend) toestel het veld wordt ingegaan.

What you see is not what you get?!

Wist je dat het gebruik van een foutieve concentratie kalibratiegas of een kalibratiegas dat over datum is, voor een foutieve kalibratie zorgt?

De concentratie kalibratiegas moet vooraf in het toestel (of het kalibratiestation) geprogrammeerd worden.

Programmeer jij een concentratie van 50 ppm CO (koolmonoxide) in het toestel maar zit er 100 ppm CO in de kalibratiefles, dan wordt het gasdetectie toestel fout gekalibreerd. Een gasdetectietoestel is dom en weet niet dat jij een andere concentratie aanbiedt. Het toestel denkt dat het 50 ppm koolmonoxide krijgt. Is er 50 ppm CO werkelijk aanwezig in de atmosfeer dan denkt het toestel dat het 25 ppm CO meet na deze foutieve kalibratie.

Voor de gebruiker dus een vals gevoel van veiligheid!

Check zeker of concentraties juist staan ingesteld als jij gasdetectietoestellen zelf bump/kalibreert!

Heb jij een automatisch bumpstation voor jouw gasdetectietoestellen dan geldt hetzelfde. De voorgeprogrammeerde concentratie in het station moet overeen komen met wat er in de kalibratiefles zit.

De houdbaarheid op een cilinder

Op ijkgascilinders staat de houdbaarheidsdatum van het gas vermeld. Wist je dat de houdbaarheidsdatum verschillend kan zijn? Deze hangt af van het gas dat in de cilinder zit. Er zijn reactieve en niet-reactieve gassen. Reactieve gassen zijn beperkter houdbaar.

Het ene kalibratiegas kan je vijf jaar bewaren terwijl een ander reactief gas al na 6 maanden vervangen moet worden.

Reactieve gassen zoals H2S (waterstofsulfide), NH3 (ammoniak), Cl2 (chloor) en SO2 (zwaveldioxide) kunnen door de wand van de fles diffunderen. Gebruik je 10 ppm chloor en is de houdbaarheid overschreden? Dan is de kans groot dat er geen 10 ppm chloor meer in de fles zit. De kans is groot dat de chloorsensor nog amper reageert bij bumpen en/of kalibreren. Het kan zelf zijn dat er helemaal geen chloor meer in de fles zit.

De concentratie van reactieve gassen daalt sneller dan die van niet-reactieve gassen. Niet-reactieve gassen (zoals zuurstof, methaan, koolmonoxide, isobutyleen, …) blijven veel langer stabiel.

 

Hieronder een kort overzicht van de houdbaarheid van enkele gassen:

Omschrijving

Houdbaarheid

2-mix gas (O2/LEL (CH4))

60 maanden

CO (koolmonoxide)

60 maanden

CO2 (koolstofdioxide)

60 maanden

Isobutyleen

60 maanden

3-mix gas (O2/LEL (CH4)/CO)

60 maanden

NH3 (ammoniak)

12 maanden

H2S (waterstofsulfide)

24 maanden

SO2 (zwaveldioxide)

24 maanden

NO2 (stikstofdioxide)

6 maanden

4-mix gas (O2/LEL (CH4)/CO/H2S)

24 maanden

Cl2 (chloor)

12 maanden

HCN (waterstofcyanide)

12 maanden

PH3 (fosfine)

12 maanden

 

Als de houdbaarheid van een fles is overschreden, kan je niet meer vertrouwen op de uitlezing van de sensor. Doe je een bumptest met 10 ppm H2S (waterstofsulfide), waarvan de houdbaarheid is overschreden, en geeft de H2S-sensor een uitlezing van 4 ppm, dan heb je twee mogelijkheden. Of de sensor wijkt af of de concentratie in de fles is niet meer correct.

Het enige dat je weet is dat de H2S-sensor werkt. Je weet niet zeker of de afwijking correct is.

Wil je een kalibratie of een bumptest uitvoeren? Check dan steeds de houdbaarheid op het etiket van de fles. Is de houdbaarheid overschreden, neem dan ALTIJD een nieuwe fles!

Reacties

  1. Philippe Casteleyn schreef:

    “Reactieve gassen zoals H2S (waterstofsulfide), NH3 (ammoniak), Cl2 (chloor) en SO2 (zwaveldioxide) kunnen door de wand van de fles diffunderen.”

    Moeten er maatregelen genomen worden?
    Of is het niet erg zolang het niet meetbaar is ?

  2. Ine schreef:

    Dank je wel voor jouw reactie, Philippe.
    We adviseren kalibratieflessen zeker te checken naar houdbaarheid (voor je bumpt en/of kalibreert). Is de houdbaarheid overschreden, gebruik je beter een andere fles.
    Stel je vast dat bij bumpen/kalibreren meerdere toestellen falen op dezelfde sensor, adviseren we na te gaan of de concentratie van een reactief gas in de fles nog wel klopt.
    Zelf doen we dat door tegen te testen met een andere kalibratiefles (binnen houdbaarheidsdatum).

Schrijf een reactie

Uw emailadres zal niet mee gepubliceerd worden.

Gasdetectie van A tot SAFE®

3 hoofdstukken van het boek nu GRATIS in jouw mailbox!