De 10 meest gestelde vragen tijdens onze opleidingen – DEEL II

In ons vorig blog kon je het eerste deel lezen van de 10 meest gestelde vragen tijdens onze trainingen over gasdetectie toestellen. Heb je deze gemist? Lees het dan nu! Misschien zit er wel eentje tussen dat je nog niet weet.

We geven al 10 jaar trainingen rond het juist meten en detecteren van gassen. En daarom hebben we een lijst opgesteld met de 10 meest gestelde vragen.

In het blog van vandaag, vind je het tweede deel!

Sensit HXG-3

 

VRAAG 6: Reageert een LEL KAT sensor en een Sensit HXG-3 even snel?

Nee! Een Sensit is een snelle lekzoeker. De LEL KAT (katalytische) sensor is trager en heeft meer tijd nodig om te reageren. Al binnen de paar seconden reageert een lekzoeker bij aanwezigheid van brandbaar gas.

Een LEL KAT sensor heeft een responstijd (T90) van ongeveer 30 seconden. De tijd die de LEL KAT sensor nodig heeft om 90% van zijn werkelijke eindwaarde te bereiken is dus veel langer dan bij een Sensit.

Wist je dat er een verbranding gebeurt in de LEL KAT sensor? De ideale mix zuurstof en brandbaar gas wordt verbrandt aan de interne, actieve weerstand en een spanningsverschil wordt gemeten.

 

VRAAG 7: Wat is de relevantie van meetbuisjes?

En vooral, deze zijn altijd vervallen bij ons. Alles gebeurt toch digitaal? Waarom moeten we nog meetbuisjes hebben?

Meetbuisjes geven geen digitale uitlezing. Het reagens in het buisje verandert van kleur bij aanwezigheid van het desbetreffende gas (of een kruisgevoeligheid). Deze kleurverandering lees je af op de schaal. Het is dus enkel een indicatieve meting.

De dag van vandaag zijn er veel digitale sensoren waardoor meetbuisjes minder en minder gebruikt worden.

Maar wist je dat er ongeveer 35 digitale sensoren bestaan en wel meer dan 300 verschillende meetbuisjes? Voor (bijna) elk toxisch of brandbaar gas bestaat er een meetbuisje. Veel meer keuze dus…

Wij gebruiken meetbuisjes ter aanvulling van een PID-sensor. De PID-sensor is een breedband sensor en detecteert de som van veel toxische en brandbare gassen.  De sensor wordt vooral gebruikt voor het vaststellen of er IETS aanwezig is. Met de “specifiekere’” meetbuisjes kan je meer gericht gaan zoeken over welk gas het gaat.

Wil je meer weten over meetbuisjes in combinatie met de PID-sensor? Lees dan zeker dit artikel!

 

VRAAG 8: Wat is het verschil tussen een T90 en een T50?

De T90 is de tijd die de sensor nodig heeft om 90% van zijn werkelijke eindwaarde te bereiken.

De T50 is de tijd die de sensor nodig heeft om 50% van zijn werkelijke eindwaarde te bereiken.

Als de T50 wordt gebruikt, lijkt de sensor “sneller” te reageren. Niets is minder waar.

Hou rekening met een standaard T90 van 30 seconden voor de snelle sensoren. Er zijn zelfs sensoren zoals ammoniak of chloor die een responstijd hebben van meer dan 60 seconden!

Wacht dus altijd lang genoeg voor een betrouwbaar meetresultaat!

 

VRAAG 9: Wat is het nut van een externe pomp om van een diffuus toestel een gepompte versie te maken?

Externe pomp

En vooral… we hebben toch een gepompte gasdetector? Is de externe pomp dan beter?

NEE!

Als je een gepompte gasdetector hebt (waarbij de pomp vast in het toestel zit) heb je de meest duurzame en beste oplossing voor het uitvoeren van vrijgavemetingen. Deze pompen gaan langer mee. We adviseren dan geen externe (opzet)pomp bij te kopen.

Maar heb je geen gepompt gasdetectie toestel, dan is de aanschaf van een externe pomp een goedkopere oplossing. Zo voorzien meer en meer fabrikanten een externe pomp (die je apart oplaadt) om van een diffuus (persoonlijk beschermingstoestel) een tijdelijk gepompte versie te maken.

 

VRAAG 10: Wat is het nut van een correctiefactor in een gasdetectie toestel?

En zorgt dit niet voor meer verwarring?

Als je een correctiefactor programmeert in jouw toestel, rekent het toestel de waarde om, achter de schermen. De uitlezing wordt automatisch vermenigvuldigd en de omgerekende waarde wordt getoond op het toestel.

Een LEL-sensor en PID-sensor neemt de som van de brandbare en toxische gassen. Ze zijn niet specifiek.

Echter zijn ze niet even gevoelig voor elk gas. Correctiefactoren kan je opzoeken in de lijsten van de fabrikanten.

Als je een correctiefactor van 4 terugvindt, wil dat zeggen dat de sensor enorm ongevoelig is voor het desbetreffende gas. Je krijgt een veel te lage uitlezing (4 keer te weinig) op jouw toestel. Krijg je een alarm van 10% LEL, dan is er in werkelijkheid al 40% LEL aanwezig!

Daarom wordt het toepassen van een correctiefactor aangeraden! Zo word je sneller gealarmeerd!

Wil je meer weten over correctiefactoren? Lees dan zeker dit artikel!

 

 

Schrijf een reactie

Uw emailadres zal niet mee gepubliceerd worden.

Gasdetectie van A tot SAFE®

3 hoofdstukken van het boek nu GRATIS in jouw mailbox!